Erfgoed

Dat kant tot het Belgische erfgoed behoort, hoeven we niemand te vertellen! Vraag eender welke buitenlandse toerist wat ze weten over België en je belandt al gauw bij enkele sleutelwoorden: bier, chocolade, kant…

Kant heeft in Vlaanderen een eeuwenlange traditie: al sinds het ontstaan ervan in de 16°E spreekt men van Vlaanderse kant. Overal in de toenmalige ‘Zuidelijke Nederlanden’ concentreerde de kantproductie zich rond grote steden en al gauw ontwikkelden zich nieuwe typische kenmerken, waardoor de kantsoort de naam kreeg van de streek of stad waar hij geproduceerd werd. We spreken van Mechelse kant, Brusselse kant, Beverse, Turnhoutse, Binche, Valenciennes… Vaak kreeg een typische kant ook de naam van het land waarheen hij geëxporteerd werd: Puntos de España, Point d’Angleterre… Binnen ons geografisch toch erg beperkte gebied kennen we dus een grote verscheidenheid aan kantsoorten!

Al sinds het ontstaan onderscheiden we twee grote ‘families’ binnen de kantproductie: de kloskant, de draad wordt op klosjes gedraaid en door de draden volgens een bepaalde techniek over elkaar te leggen (‘kruisen’ en ‘wringen’) ontstaan ‘slagen’. De opvolging en afwisseling zorgen voor een specifiek patroon. De kantwerkster heeft een patroon, een prikking waarop ze werkt, en volgt een technische tekening. De tweede soort is de naaldkant die ontstaan is uit borduurwerk. Aanvankelijk werden draden uit een weefsel getrokken en door de overgebleven draden met festonsteken te omwikkelen ontstond een open weefsel. Later werd niet meer gewerkt vanuit een bestaand weefsel, maar werd een patroon gelegd met draden, die dan omwikkeld en gevuld werden.

De 17° en 18°E waren periodes waarin de kant een grote rol speelde in de mode. Vlaanderse kant was overal erg gegeerd en zeer waardevol. De kanttechnieken werden doorgegeven van generatie op generatie en bijna elk Vlaams huisje had een kantkussen staan. Er werden ook scholen opgericht: de meeste waren geconcentreerd in de provincie Oost-Vlaanderen. Met de industriële revolutie (19°E) kwam er echter een einde aan de huisnijverheid van de kantwerksters: in de fabriek konden de vrouwen makkelijker geld verdienen en het kantkussen verdween mettertijd. Nog tot de tweede wereldoorlog bleven enkele kantscholen actief, voornamelijk kloosterscholen. 

In het Waasland werd echter veel geklost! De ‘Beverse kant’ werd gebruikt voor de Nederlandse klederdrachten, meer bepaald de prachtige mutsen. De mutsenbodems werden ook in het Waasland geproduceerd: hiervoor werd ‘Kieldrechts borduurwerk’ gebruikt: borduurwerk op tule dat vaak het patroon van de kantboord imiteerde of herhaalde.

De kant is en blijft een prachtig kunstambacht! Economisch gezien is het misschien minder interessant, maar door de tradities te bestuderen, te bewaren en door te geven, blijven we de kant promoten. 

 

Door steeds weer nieuwe materialen te gebruiken en de kant met andere technieken te combineren, creeëren we kunst met een grote K en de talloze bezoekers van kanttentoonstellingen krijgen verrassende werkstukken voorgeschoteld! Het is dus vanzelfsprekend dat Vlaanderse kant tot het erfgoed van ons land behoort en met gepaste trots proberen wij, als kantschool, ons erfgoed ook verder te bewaren en door te geven aan volgende generaties. Dit doen we door oude kanten uit musea of privécollecties te bestuderen en te reproduceren.

Heb je zelf mooie en misschien wel oude kanten, draag er dan zorg voor! Een gepaste manier van bewaren en behandelen zorgt ervoor dat je heel lang plezier hebt van je stukken. Gebruik in de eerste plaats je gezond verstand: een goede hygiëne bij de behandeling van de stukken, van de opslagruimte en verpakking is reeds een goed begin. Een volgende stap is natuurlijk preventief: zorg ervoor dat er geen vuil aan het werk komt. Bewaar de stukken altijd in zuurvrij papier, in een afgesloten ruimte of kast bij een geschikte luchtvochtigheid. Onder de invloed van licht kan je werk verkleuren of vergelen. Je moet het textiel ook niet opvouwen, je kan het beter oprollen of met een ronde vouw (een steunrolletje maken of in harmonicavorm) wegleggen. Zijn er toch vlekken die behandeld moeten worden, doe dit dan heel voorzichtig met zachte zeep en lauwwarm water op een vlakke ondergrond: niet wringen of in de machine stoppen. Bij heel oude stukken is het soms beter de vlek met rust te laten om scheuren te vermijden.

En vooral: waardeer je werk en wees trots op wat je presteert! De waarde van een voorwerp wordt niet altijd in geld uitgedrukt! Er bestaat ook zoiets als emotionele of nostalgische waarde. Draag dus zorg voor je materiaal. Heb je oude kanten en wil je meer weten, informeer dan bij een textielexpert of specialist als je vragen hebt!

Extra info nodig?

Hieronder vind je nog enkele links die je kunnen interesseren of verder helpen:

www.faronet.be

www.depotwijzer.be

www.monumentenwacht.be

www.erfgoedcelwaasland.be

www.momu.be